In een flat in Kopenhagen ontmoeten we een van de grootste vrouwelijke schrijvers, Tove Ditlevsen, en haar man, de sadistische nieuwsredacteur Victor Andreasen. Toves talent staat buiten kijf, alleen de destructieve afgunst van haar man overtreft het. Tove kijkt dwars door het minderwaardigheidscomplex van haar man heen, en toch tolereert ze zijn vernederende gedrag en zijn geweld. Hij is degene die haar drugsmisbruik en herhaalde opnames op de psychiatrische afdeling controleert – de enige plek waar ze echt rust vindt om te schrijven. Hun machtsstrijd heeft publiek nodig, en juist vandaag verwachten ze een lunchgast, de veelbelovende jonge auteur Klaus Rifbjerg, die de moderne vrouw eert. Klaus denkt dat ze het over literatuur zullen hebben, maar wat hij niet weet is dat hem een bloedbad te wachten staat.