Na de nederlaag van de revolutie in 1927 hield de witte terreur Shanghai in zijn greep. Zhang Renya, een vroeg lid van de Chinese Communistische Partij, riskeerde keer op keer zijn leven om opwindend maar effectief werk uit te voeren in Ningbo, Shanghai, Anhui en Jiangxi. Met de kalmte en nauwgezetheid van een geleerde en de taaiheid en het doorzettingsvermogen van een krijger, beschouwde hij de voltooiing van zijn missie als zijn hoogste missie en bewaakte hij de 'machtscode' van de partij streng.